Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Ismael voerde het ganse overblijfsel des volks, dat te Mizpa was, gevankelijk, [te weten] des konings [19]dochteren, en al het volk, die te Mizpa waren overgelaten, die Nebuzaradan, de overste der trawanten, aan Gedalia, den zoon van Ahikam, bevolen had; Ismael dan, den zoon van Nethanja, voerde ze gevankelijk weg, en toog henen, om over te gaan tot de kinderen [20]Ammons. 19. Gelijk onder hfdst.43 vs.6. Sommigen verstaan hierdoor enige jonge dochters van koninklijken bloede of staatjonkvrouwen, die Nebukadnezar mag hebben laten blijven, of eerst verborgen geweest zijnde, tevoorschijn komende, aan Gedalia mede bevolen zijn. Vergelijk boven hfdst.38 vs.22, met de aantekening. 20. Vergelijk boven hfdst.40 vs.14, en onder vs.15.